Verzamelen bij Tom thuis in Grootebroek, na de koffie( Vielen dank Suus!) eindelijk op pad. Stukje Nederland is altijd weer erg interessant, maar niet heus, gauw vergeten dus. Grensovergang Duitsland, Herzlich Wilkommen en ggggaaaasssss!!!! Wel op tijd weer loslaten, want na 3,5km moesten we de snelweg alweer af, daar had Tom nogal moeite mee, dus stonden Jarno en ik bij de eerste afslag al te wachten op hem, pffff, gaat lekker zo! Dat zou nog wat beloven voor de rest van de week.
In Aachen wist Tom nog een goede en schrale eetgelegenheid, twee goede redenen om te stoppen. Laat het nu de enigste tent zijn in Duitsland waar ze GEEN schnitzels hebben. Hoe is het mogelijk! Niet gezeurd, we hebben nog de hele week om schnitzels te scoren. Jarno ontpopte zich als een snelle leerling, dus werd het tempo wat opgeschroefd. Het ging steeds beter met hem, we schoten lekker op.
De volgende stop maakten we in Breidscheid, beter bekend als startplaats om rondjes te gaan rijden op de Nordschleife. Het was een drukte van jewelste met motoren en auto's. Zien en gezien worden is hier het motto. Na een lauwe cola en een vaag broodje, tankstop en sanitair uitstapje van mij, hup de motoren gestart voordat de olie koud zou worden. Na 2 km stevig in de remmen, Polizei!……. Was een (nietbijonzegroephorende) motorrijder gevallen, typisch een gevalletje van "effe Apeldoorn bellen".
Een slaapplaats hadden we niet besproken, we zagen wel hoever we zouden komen. Cochem was haalbaar, dus einde van de dag dat als doel gesteld……… Toen sloeg het noodlot, of vermoeidheid, toe, bij Jarno dus. Met een strakke remactie probeerde hij te testen wat er sterker zou zijn, de vangrail of zijn motor. Gelukkig voor de vangrail, stopte zijn motor met glijden voordat ie contact zou maken met de vangrail. Een afgebroken rempedaal en een stukje verdwenen zelfvertrouwen was alle schade. Motor omhoog , mannetje erop gezet en direct weer rijden, dat is het beste medicijn. Zonder problemen geraakten we in Cochem en een goed en schraal hotel gevonden. Prima!
Met al die lusjes kwamen we om 11.00 uur "droog" aan bij het eerste hotel, motoren waren dorstig en wijzelf ook. Even kennisgemaakt met de eigenaar en zijn vrouw, hele aardige mensen die zelf ook motorrijden, gelijk maar de beste kamer uitgezocht, ja, we waren er toch. Hoe luidde dat spreekwoord ook al weer? Wie het eerst komt heeft de beste kamer? Het was de bedoeling dat ik redelijk op tijd bij het eerste hotel zou zijn, om de deelnemers te verwelkomen, maar 13.00 uur is toch wel erg vroeg. Tijd genoeg om nog wat lusjes, slingertjes, gave en hele gave bochten te gaan opzoeken. Eerst maar tanken, vooral onze Aprilia snakte naar benzine.
Het was perfect weer, perfecte wegen, eigenlijk was alles perfect…..kon niet beter. Op het einde van ons rondje kwamen we al wat deelnemers tegen, wij nog zwaaien maar geen respons, potverdikkie weten zij nou nog niet dat ik tegenwoordig op twee wielen rondrij! Even vanavond aanspreken dus. Iedereen arriveerde ver voor etenstijd, dat is wel eens anders geweest. De eigenaar had ons een BBQ in het vooruitzicht gesteld, ik zag al mensen, gewapend met aanstekers, lopen sjouwen met hele en halve boomstammen, maar dat was niet de bedoeling. De eigenaar hield wijselijk het vuurtje stoken in eigen beheer, we hoefden alleen maar het vlees op te eten. En dat was er genoeg! Jeetje wat een hoeveelheid vlees, niet normaal zeg, prima geregeld dus………..burpppppppp
De vorige avond had ik de deelnemers al gewaarschuwd dat je het beste voor de grensovergang met Frankrijk uit moest kijken naar een eetgelegenheid, in Frankrijk is op de hele route geen knap restaurant te vinden. De route was geheel nieuw, schitterende wegen en natuur, door een militair-gebied heen, maar geen restaurant te vinden, zouden die fransen nooit uit eten gaan? Toen geschiedde een wonder, een restaurant en open! Hup in de ankers, dan maar een schnitzel gebakken in de franse olie! Dus niet, het wonder was maar voor korte duur, ze serveerden alleen maar brood met wat vlees of kaas, tweede dag zonder schnitzel. Aaarrrrgggghhhhhhhhh!!!!
Na een korte stop snel richting het Zwarte Woud waar voor ons de Schwarzwaldhochstrasse klaar ligt. Elke keer als je op deze weg rijdt weet je gelijk weer waarom je motor rijdt. Blijft een geweldige weg! 38 km lang genieten, 38 km niets gezien van de omgeving. Je moet alleen even de bordjes met 70 vergeten en oppassen voor de actieve Polizei. En allemaal aan het einde van deze weg stoppen en banden bekijken……. Het leek wel een besmettelijke ziekte.
Het laatste stukje van de route maar even wat rustig aan gedaan, de Aprilia van Jarno had last van brandstofgebrek. Grappig hoe ver je nog kan komen met je laatste liter. Ons hotel staat niet echt in het centrum van het dorp maar een stuk de berg op. Altijd even oppassen daar, de weg is wel goed, maar smal. Het grootste gevaar is de kokkin van het hotel, die gebruikt de bospaden als een privé-circuit. Je weet nooit wanneer die naar beneden komt storten met haar auto, altijd weer even spannend! In dit hotel zijn we al meerdere malen geweest, het is een beetje het gevoel van thuiskomen, toppertje, alles is dik voor mekaar. Het weerzien was daarom ook weer hartelijk. Omdat we hier twee nachten verblijven rijden we morgen lekker zonder bagage.
We stopten al redelijk vroeg bij een terras voor koffie en gebak, het is tenslotte vakantie, We zaten daar als eerste, maar niet voor lang, was een heel mooi plekje, je zag de andere deelnemers al van ver aankomen, en ook allemaal stoppen. Onder iedere helm die werd afgezet kwam een brede smile vandaan, we waren niet de enigsten die het naar het zin hadden. De hele dag stond in het teken van mooie bochtige wegen en natuur. Het landschap is hier anders dan in het Zwarte Woud maar zeker zo leuk om te rijden. Ik kom hier zeker nog een keer terug.
Weinig beleeft vandaag, nou toch nog één dingetje, Jarno zat wat krap met zijn voorraad benzine, en aha een tankstation, weinig kans dus, je moest er met een pasje tanken, en geen van de pasjes van ons werkte, wat nu? Dan maar doorrijden, na 20 kilometer zou er weer een tankstation komen. Net 6 kilometer verder bergopwaarts valt de Aprilia stil, geen benzine meer. Wat te doen? Of 14 kilometer omhoog duwen of 6 kilometer naar beneden laten rollen? De keus was niet zo moeilijk, naar beneden dus, weg van de minste weerstand genomen. We kwamen weer uit bij het tankstation waar je niet kon tanken. Goede raad? Links en rechts aanbellen en vragen wie de eigenaar is, misschien kon die ons verder helpen……… Ja hoor, eindelijk na 1,5 uur kwam de eigenaresse te voorschijn, ze was klaar met haar middagdutje en wilde ons helpen aan benzine, wel graag gepast tanken want ze gaf geen geld terug. Huh??? Moe maar voldaan kwamen we 's avonds aan bij het hotel, een biertje stond al te wachten, bedankt Frau Simone.
Na de nodige zoenen zo links en rechts van de vrouwelijke personeelsleden van Hotel Nillhof vertrokken we richting het Noorden, niet rechtstreeks natuurlijk, onze toermaster Martin had weer heel wat leuke lusjes in de route opgenomen om geen mooi stukje stuurweg te missen. Met name het stuk van Freudenstadt naar Calmbach, weg 294, is een droom voor elke motorrijder, ruim 40 kilometer sensatie van de bovenste plank. Normaal wachten we altijd even op de laatste man (Jarno) om het verschil niet te groot te laten worden maar nu ging het gas tot aan de stuit! Blik vooruit en niet achterom kijken, ieder voor zich. Na 40 km stoppen en wachten op Jarno, kon wel even duren, dus helm af en kijken of ie er al aankomt……….. 10 minuten, 20 minuten, half uur, geen Jarno. Zou toch niets gebeurd zijn? Na 40 minuten stoppen er bij ons enkele andere deelnemers van de toer met de mededeling dat onze Aprilia-vriend met pech stond, vlak na Freudenstadt. AAAARRRRGGGGHHHH!!!!
Dat was wel even 38 kilometer terug rijden, waarom belde die suk… niet even ? Tom en ik dus rechtsomkeers gemaakt en 38 kilometer terug geblazen, geweldige weg! Maar wat stond ons te wachten? Wat zou het voor pech zijn? En ja hoor, daar stond ie dan te wachten met de armen over elkaar, hopend op een pasklare oplossing van ons voor zijn nu wel rokende tweetakt machine. Blok was vastgelopen, einde verhaal dus, typisch geval van "effe Apeldoorn bellen". En dat had nogal wat voeten in de aarde, net op deze plek werkten de mobieltjes niet, geen bereik, dus maar een Duitse praatpaal opgezocht, Tom kon zijn talenkennis even oefenen. De hulp kon nog wel even duren werd er gezegd, en dichtstbijzijnde Aprilia-dealer was 110 km verderop. Pfffffff……. Toen gebeurde er een wonder……….de Polizei stopte bij ons en vroeg wat er mis was, die begreep het probleem direct en met één telefoontje van hun naar een motorzaak in Freudenstadt (vlakbij dus) stond er met 10 minuten een bus van die motorzaak bij ons op de parkeerplaats. Klasse dus!! Motor ingeladen en afgevoerd, Jarno mee, die zou het daarvandaan regelen met zijn reisverzekering wat er verder moest gebeuren.
De volgende dag belde ik naar hem en het bleek dat zijn motor op transport werd gezet en hij een treinkaartje had gekregen om naar huis te gaan. Einde OPKIKTOER voor hem dus. Al met al waren wij (Tom en ik) behoorlijk laat, er wachten ons nog 400 km route. Onze lunch was dus een beker koffie en een snicker bij een tankstation, we gunden ons niet meer tijd, hup gas erop……. En we begonnen aan de vierde keer de 40 km tussen Freudenstadt en Calmbach, kilometers hadden we die ochtend wel gemaakt ja. Toen sloeg het noodlot voor den tweede male toe deze dag, bij een inhaalpoging van mij reed ik in op een Duitser die linksaf sloeg met zijn auto, remmen…………… te laat! Ik raakte de auto in de zijkant en kwam te vallen, ik geschrokken, Duitser geschrokken en Tom geschrokken. Ik mankeerde gelukkig niets, maar de R6 was goed ziek, verder rijden was onmogelijk, dat zag ik meteen. Dag vakantie, ik zag me al samen met Jarno in de trein zitten. Binnen 5 minuten Polizei ter plaatse, (had ik die al niet eerder gezien vandaag?) en een proces verbaal maken van de situatie. Na enig heen en weer gepraat tussen de Polizei en de Duitser en mij (bedankt Tom voor de aanvullende vertaling) vertrokken zij en stond ik te wachten om de bergingswagen die me zou oppikken.
Tom was ook doorgereden, het had geen zin om ook te blijven wachten. Dat duurde even, uurtje ongeveer, ik vond het wel meevallen maar de berger verontschuldigde zich meerdere malen voor mijn wachten op hem. Hij wilde eerst de motor naar de bergplaats brengen en dan de rest regelen met mijn verzekering. Ik kon dan informeren wat de bedoeling was. Na ruim anderhalf uur bellen, heen en weer tussen de Bergdienst, mij en de verzekeringsmaatschappij in Nederland was het allemaal geregeld, motor werd op transport gezet en ik kreeg vervangend vervoer, een motor of auto, ik mocht mijn vakantie afmaken. Werd dus de auto, helm en kleding waren behoorlijk beschadigd, de berger was zo vriendelijk om mij nog even naar het Avis-verhuurbedrijf te brengen. Volgens hem was het bedrijf niet makkelijk te vinden, die bevond zich namelijk midden in de stad Pforzheim (150.000 inwoners), wij dus met de bergingswagen dwars door de stad gecrosst, een avontuur apart, dat kan ik wel zeggen, daar afscheid genomen van de meer dan zorgzame berger. De auto stond al klaar, even wat papieren getekend, creditcard gebruikt en ik kon om 16.30 vertrekken met een gloednieuwe Opel Corsa 1.2. (75 duitse pk). Kaart erbij, zoeken naar de kortste route naar het hotel in Bad Brückenau, want die was nog zo'n 360 km ver weg. Gelukkig kon ik al snel de Autobahn op om na 3 uren knallen net op tijd te arriveren voor het avondeten. Vriend Tom stond al klaar met een biertje, bedankt vriend, Eind goed al goed.
Bedankt deelnemers, door jullie is deze toer geslaagd en tot volgend jaar: 2005!
De verslagen en de foto´s van de 2002 en 2003 toer vindt je door op de icoontjes te klikken!